Dat doel moet bereikt worden via een aantal innovaties: “Allereerst injecteert MAP geen insuline of glucagon in de onderhuidse vetlaag, zoals de bestaande systemen doen. Ons systeem dient steeds kleine hoeveelheden van deze hormonen toe via de dermis. Dit gedeelte van de huid heeft meer bloedvaten dan de onderhuidse vetlaag. Hierdoor komen de insuline en glucacon sneller in het bloed terecht en is de bloedsuikerspiegel eerder op peil.”
Micronaalden
Een tweede innovatie is het gebruik van micronaalden. Deze naaldjes zijn zo dun als een gemiddelde menselijke haar en hebben een lengte van een millimeter. Door de naaldjes te voorzien van sensoren, kunnen ze de bloedsuikerspiegel meten. Hierdoor kan het systeem snel bijsturen als er te weinig insuline of glucacon in het bloed zit.
De micronaalden zorgen ook voor meer comfort voor de diabetespatiënt. Wissink: “De huidige systemen hebben naalden die zes tot negen mm lang zijn. Deze zorgen regelmatig voor huidirritatie en moeten eens per drie dagen vervangen worden. Onze micronaalden zijn aanmerkelijk korter en bovendien zeven dagen te gebruiken. “
Werkgelegenheid
Het MAP-project loopt tot 2021. Vanaf 2020 worden de eerste prototypes getest in het Rijnstate Ziekenhuis. Als deze volgens plan werken, volgt een lange periode van ontwikkelen en testen met proefpersonen, zegt Wissink. Het duurt waarschijnlijk lang voordat deze nieuwe generatie kunstmatige alvleesklier is goedgekeurd en op de markt komt. Dan kan het voor veel werkgelegenheid zorgen. ‘Wereldwijd hebben 45 miljoen mensen diabetes type 1. De oudere generatie gebruikt nog spuiten, maar kinderen krijgen meteen een insulinepomp aangemeten. Dit zorgt voor een enorme groei van de markt.”